Het landgoed werd op de dag van de zonnewende van 1873 door de "vlaamse landschap-schilder" François Lamoriniere gekocht (Jean Pierre François Lamoriniere, 1828-1911).
De familie van de schilder is afkomstig uit « La Moriniere », een Frans gehucht in de buurt van Montreuil-en-Auge, tussen Cambremer en Bonnebosq, in de « Pays d’Auge » in Normandie.
De « Pays d’Auge » is het afkomstgebied van calvados, van camembert kaas en een streek waar de paarden koningen zijn.
De grootvader van de schilder - Thomas-Pierre Lamoriniere - was officier in de cavalerie in het Franse leger en is in België aangekomen eind jaren 1700, in Oudenaarde.
Na de oorlog, zijn zoon Pierre-François Lamoriniere werd verliefd en trouwde Maria Scholastica Le Grand. De twee namen het beheer van een manege over in Antwerpen, de « Peerde Krub ».
Hun zoon, Jean-Pierre François Lamoriniere is op het eerst verdiep van de « Peerde Krub » geboren, op 20 april 1828.
Het kind werd een talentvolle kunststudent en artiest.
Hij schilderde bijna enkel en alleen buiten, reisde door Europa heen om de mooiste landschappen te kunnen bewonderen en op doek vastleggen, in België, in Fontainebleau en Barbizon in Frankrijk, maar ook in Groot-Brittannië, Duitsland en Italië.
In 1866, trouwde hij met de dochter van zijn lijstenmaker, Marie Henriette Lavaux.
Het koppel woonde in Antwerpen in de « Provinciezuid straat », nu de « Lamoriniere straat » genoemd.
In 1873 besloot hij om een landgoed te kopen in het midden van de natuur, dicht bij Kalmthout.
Hij noemde de plaats "Le Pavillon Lamoriniere".
Hij kende de regio al langer, hij kwam al jaren in de zomer om de heide te schilderen, tussen de duinen en de berkbomen.
De schilder was bekend als een « Barbizon ». Hij beinvloedde ook en werkte mee aan het begin van de "grijze school" van Kalmthout en tal van andere artiesten. Persoonlijk had hij toch liever héél donkere groene tinten. (er bestaat nu nog altijd een zeer specifieke tint van groen, « Vert Lamoriniere » beschikbaar bij Blockx).
Zijn doeken waren toen al in Antwerpen, Brussel, Parijs, Wenen, Praag, Rotterdam en Amsterdam tentoongesteld. Zijn kunst vond kopers in Europa maar ook in Verenigde Staten.
Hij was beroemd en heeft veel bekende persoonlijkheden mogen ontmoeten en ontvangen. (Zo bestaat er een "amirocum", met een verzameling van teksten, tekeningen of partitures van zijn dierbare vrienden).
François Lamoriniere heeft ook de « Classe de Paysage » geleid in de Kunstacademie van Antwerpen, hij kreeg ook veel medailles en onderscheidingen voor zijn werk. (Médaille d’or de
Bruxelles (1857) , médaille de troisième classe de Paris (1878), Médaille d’or à l’exposition universelle de Paris (1889), Membre de l’Académie de
Rotterdam, Prague, Anvers, Membre de l’Académie Royale de Belgique, Commandeur de l’ordre de Léopold (1885), Officier de la Légion
d’honneur (1889), Commandeur de l’ordre de François-Joseph d’Autriche (1873), Commandeur de l’ordre de Saint-Michel de Bavière).
Hij stopte officieel met tekenen en schilderen in 1896.
Tussen oktober 1897 en 1898, werd hij blind (cataract ? netvliesloslating ?). Hij leefde in het donker de laatste 13 jaren van zijn leven.
Echter, als men de getuigenis van zijn klein-dochter, Isa, moet geloven ... had hij gewoon een andere licht gevonden :
« Je n’ai jamais tant peint que depuis que je n'y vois plus »
"Ik heb nooit zoveel geschilderd als sinds ik niet meer zie..."
Lamoriniere stierf in Antwerpen in 1911, op 3 januari.
De landgoed werd eigendom van zijn dochter, Isa (Lafontaine) Lamoriniere, wiens het doorgaf aan haar dochter, Isa (Nisot) Lafontaine.
Toen Isa stierf, kon één van haar 3 dochters, Daisy (Van Hoeck) Nisot het grootste deel van de landgoed redden (12 van de oorspronkelijk 18 ha), de washuis, de garage, de schuur en de favoriete gebouw van de schilder : « La maison du garde », een schattige kleine boswachtershuisje.
Lamoriniere schilderde het huisje twee keer, bijna identiek. de eerste versie - origineel - is steeds in de familie, de tweede versie (groter en 'afgewerkt' door Frans Van Kuyck, zijn zwager) sta tussen anderen in de Koninklijk Museum van Schone Kunsten van Antwerpen (zoeken op Lamoriniere).
Daisy stond een van haar zonen, Paul, toe om het landgoed te behouden. Hij was de eerste 'man' die het landgoed bezat sinds de schilder, maar het duurde niet lang... aangezien hij het kort daarna schonk aan zijn jongste dochter, Sophie, die sinds 2007 hard werkt om de gebouwen zo goed mogelijk te behouden en herstellen en het terrein te onderhouden volgens de normen voor natuurbehoud.
Laatste nieuws :
Het landgoed biedt een natuurlijke leefomgeving, in kuddeverband, voor paarden die gevoelig zijn voor prikkels van buitenaf.